Pieter jan Martyn

Pieter jan Martyn

1986 ° - Avelgem

Pieter jan Martyn (°1986 in Kortrijk, woont en werkt in Avelgem) graaft zich tijdens het schilderen letterlijk en figuurlijk in historische taferelen in. Zijn schilderijen ontstaan veelel in serie rondom een historische gebeurtenis, soms ook een historische figuur. Pieter jan ontleedt deze gebeurtenissen of personen – die sleutelmomenten of belangrijke personen zijn in de recente geschiedenis - in zijn schilderijen door ze in verschillende scènes te vangen. Scènes die in het collectieve geheugen staan gegrift (bijvoorbeeld uit de moordaanslag op John F. Kennedy), maar soms ook groepsportretten met een iconische opstelling zoals voetbalteams, of een portret van een fameuze groep gangsters, of binnen de kunstgeschiedenis een gekend genre: de kunstenaar op zijn sterfbed (Pieter jan ensceneerde het beeld van zijn eigen dood met een groep vrienden). Maar zijn fascinatie gaat vooral uit naar historische gebeurtenissen in Duitsland, zoals de naziprocessen in Neurenberg en in zijn jongste werk: de terreur van de RAF in Duitsland (met linken naar Brussel, die niet direct gekend zijn). Pieter jan werkt volgens een zeer bewerkelijk procédé. In eerste instantie schildert hij min of meer natuurgetrouw een beeld uit de media of een eigen foto na, in kleur. Daarna begint een langdurig proces van overschildering in de tinten die typisch zijn voor zijn schilderijen: grijze en zwarte en witte tonen, met uitstappen in een groenig en blauw palet. Regelmatig schuurt hij delen weer weg alvorens verder te schilderen. Als laatste hult hij het schilderij in een wasachtige emulsie. Het originele beeld deemstert nog duidelijk door alle verflagen en de was heen, maar krijgt allengs een neutraler karakter. Niet alleen de kleur is erin teruggedrongen, ook de betekenis die het werk had binnen de recente geschiedschrijving is veranderd. Pieter jan trekt daarmee de gebeurtenissen en figuren los van hun oorspronkelijke context en plaatst zaken als leed, onrecht en berechting in een universeler kader. Hij probeert in eerste instantie vooral een sfeer op te roepen en wil zijn toeschouwer niet historisch de les lezen. En toch weet hij de toeschouwer daarmee en passant een ander denkkader aan te reiken; één dat reikt tot in het heden.